
Hij is op leeftijd als ik hem spreek over “Die oorlog”. Zijn hele leven postbode geweest en nu al wat jaartjes met pensioen. Amper 12 was hij toen Zwolle bevrijd werd en daar kijkt hij met gemengde gevoelens op terug.
“Wij hadden het in Zwolle niet zo slecht tijdens de oorlog en de Duitsers gedroegen zich over het algemeen correcter dan de Canadezen die later kwamen. Als die oorlog nog een jaartje of 2 langer geduurd had, dan had ik vloeiend Duits gesproken.”
Op de Hanekamp in Zwolle spreek ik een zoon van een kleine boer die indertijd aan de rand van Zwolle was gevestigd: “We hadden een groentetuin waar we net genoeg konden verbouwen voor onszelf en wat mensen in de buurt. We konden af en toe wat ruilen tegen een liter melk of spek, maar dat was het ook.”
Zelf bracht hij in de laatste twee jaar op de fiets brieven rond. Dat waren brieven van Duitsers maar ook van Zwollenaren en van buiten de stad. “Ik was jong en vond het heerlijk om buiten te zijn en me nuttig te maken. Ik kwam regelmatig op de diverse belangrijke administratieve locaties, legerposten en bij luchtdoelgeschut van Duitsers bij de bruggen. “Ik trof over het algemeen keurige lui, die altijd wel wat te drinken of te eten voor me hadden en een spelletje wilden kaarten of dobbelen.”
Met gemengde gevoelens kijkt hij terug op de bevrijding: “Die Canadezen vonden zichzelf heel wat en gingen met eten, chocolade en kousen achter ieder meisje aan, ook achter mijn zussen. Die hadden daar geen zin in, maar daar hadden die soldaten geen boodschap aan. Ze achtervolgden ze tot op het erf. Pas toen een commandant ze tot de orde riep werd het rustiger. In 5 jaar oorlog hebben wij dat gedoe met de Duitsers nooit gehad. Herrenvolk noemden ze zich zelf, nou op basis van hun gedrag richting mijn zussen is daar niets van gelogen.”
Dat ze zelf geen last hebben gehad van de oorlog betekent niet dat er geen gruwelijke dingen zijn gebeurd of dat hij totaal niet blij was met de bevrijding: “Door bombardementen was hier en daar veel schade in de stad en in 1945 werd de sfeer in Zwolle ook grimmig. De Duitsers waren de strijd beu en en er was geen geloof meer in een overwinning. De sfeer was niet meer zo goed en veel meer dan een kop thee zat er niet meer voor me in. Tuinen en kelders werden leeg gehaald, ook die van ons. Ze bleven keurig richting mijn zussen. Pas medio 1946 werd het allemaal weer wat beter.”
NOOT: Naam en adres bekend. Wil niet met naam in de krant of op internet. Tijdens zijn werk bij de Post deze mening weleens geventileerd in een discussie over de bevrijding en kreeg gelijk het stempel dat hij een nazi zou zijn. Hij oordeelt op basis van het gedrag tov. zijn zussen.