Bovenop een berg beleef ik een paasvuur. Het is geen groot evenement en ook niet aangekondigd. Het is een feest voor het dorp, georganiseerd door een paar bewoners. Dat doen ze al tientallen jaren. Altijd op deze plek en altijd kleinschalig. Het toeval maakt dat ik erbij ben.
Overdag sprintte ik voor filmopnames door het bos. Ik moest bergop, bergaf, springen en vallen. Mijn conditie is echt prima, maar rond een uur of vier was de pijp wel leeg. De laatste scenes waren op vlakke grond, verhard bovendien. Een verademing, al genoot ik intens van de hele dag.
In de schemering loop ik vermoeid richting het kleine huisje op de berghelling dat voor deze paar dagen thuis is. Tot mijn verbazing moet ik me eerst een weg banen door een groep mensen en de brandweer.
Voordat ik iets kan vragen zet die bluswagen zich in beweging richting de onverharde landweg naar boven. De mensen lopen er achteraan, veel kinderen dragen een brandende fakkel. Nieuwsgierig als ik ben pak ik snel een jas en even later ren ik weer een berg op.
Op de top ligt een hoop met takken waar een klein vuurtje in brandt. Het zijn niet de stapels pallets die ik uit Nederlandse nieuwsberichten rond vreugdevuren ken. Het is een berg natuurhout van een meter of 5 hoog en met een diameter van ca. 15-20 meter. Het kleine vuurtje wordt rap groter en voordat ik het door heb zijn de vlammen een meter of tien hoog.
Om het vuur staan een paar honderd mensen uit het dorp en de boeren uit de omgeving. En ik. Een kraampje verkoopt frisdrank en bier. En worst en schnitzel, vers gebakken op de bbq. Voor een broodje braadworst met een halve liter koud bier vragen ze Euro 3,50. Zelfs in Zwolle koop je daar nog niet een kop thee voor. De sfeer is gemoedelijk.
Met de Nederlandse discussie over paasvuren vers in het achterhoofd, besluit ik wat rond te vragen over deze traditie hier. Een oudere Duitse man vertelt me dat zijn vader met zijn ouders hier al voor de oorlog paasavond vierde. In een reflex vraag ik welke oorlog hij bedoelt. De man schrikt, maar antwoordt voordat ik me kan verontschuldigen voor de lompe vraag: “Nou ja, de laatste grote oorlog hier.” Timide bedank ik hem en met “Frohe Ostern” maak ik me uit de voeten.
Even verderop overdenk ik mijn vraag, terwijl ik in het smeulende hout staar. De gloeiende brokken lijken te leven. Dansende vlammen spuwen duizenden vonken in de lucht. Het is een machtig spektakel, rustgevend bovendien.
Een brandweerman tikt me op de schouder en vraagt hoe oud het meisje en de jongen voor me op de grond zijn. Als ik naar ze kijk zie ik ze hevig zoenen, maar van hun leeftijd heb ik geen idee. Aangezien ik wel benieuwd ben waarom hij dat wil weten vraag ik hem dat. Ik krijg een eerlijk antwoord: “Ze lijken me een jaar of 12-13 en op die leeftijd moet je niet zo … eh … uitgebreid druk zijn met elkaar.” Hij onderbreekt ze en er volgt een kort gesprek. Dan staat hij op, kijkt me kort aan en mompelt: “16 en 17, dus niets aan de hand.”
Even later is het vuur nog “slechts” een meter of zeven hoog en zeker niet meer zo uitbundig als eerst. Veel mensen gaan rond het vuur zitten en jongeren houden stokken met deeg en marshmallows in de buurt van het gloeiende hout. De brandweermannen hebben blijkbaar het zwaarste deel van hun toezichthoudende taak erop zitten, want ze staan in de rij staan bij de bbq.
Nooit eerder woonde ik een paasvuur bij. En het stond ook niet op mijn bucket list. Vuur heeft in een deel van mijn familie een nare bijsmaak. Je weet dat ik uit een Russisch taalgebied kom, net als het woord “Pogrom”. De rest kun je raden, dus details zal ik je op deze Paas-zondag besparen. Maar het samenzijn van gisterenavond vind ik op de één of andere manier een bijzondere ervaring.
Op mijn gemak loop ik terug naar mijn huisje. Het is aardedonker en ik voel de sterren op me neerkijken. Amper twintig minuten van deze plek stond vroeger één van de grootste synagoges van Duitsland en ook die werd ter bevordering van de saamhorigheid in brand gestoken. Hoeveel mensen die ik net rond het vuur trof, zouden familie hebben die in 1938 als toeschouwer naar de dansende vlammen hebben staan staren? Hoe moeilijk zouden ze het daarmee hebben? Ik weet dat ik zo niet mag denken, maar ik kan het gewoon niet onderdrukken.