Het westen is verrot en Amerika is de belichaming van het grote kwaad. Dat leerden we vroeger op school in de Sovjet-Unie. We renden regelmatig naar schuilkelders als oefening voor het moment dat de bom zou vallen. Want het was onvermijdelijk dat onze mooie USSR door het arrogante westen naar de steentijd zou worden gebombardeerd. Eenmaal over het IJzeren Gordijn, leerde ik pas de andere kant van de medaille kennen.
Mijn buurman is onder de indruk als ik hem vertel dat ik een paar dagen naar Berlijn ga vanwege een voorstelling en wat workshops (want ik ben er toch). Ik kom er vaker en vind het een fijne stad door de combinatie van de geschiedenis en cultuur. Maar ik vind het niet zo sprankelend als Boedapest of Tel Aviv. Voor mij is Berlijn een rauwe stad, zoals Keulen en Rotterdam.
Deutsche Bahn maakt de reis naar Berlijn wel wat avontuurlijker dan vroeger. Er is veel werk aan het spoor, dus je moet vaker dan vroeger overstappen. Vertragingen zijn tegenwoordig de norm en conducteurs weten net zo min als jij waar de trein aan toe is. Het is niet uitzonderlijk dat je een overstap mist of dat de trein ergens twee uur stilstaat. Maar dan nog brengt de trein je uiterlijk binnen een uur of acht in hartje stad.
Drie weken geleden moest (mocht?) ik naar een Deens eiland voor een zelfde mix aan verplichtingen. Dat is een reis met veerboten, langs een kust uit krijtrotsen. In Denemarken sliep ik op een eiland met prachtige bossen en zag ik de herten over het strand achter mijn huisje rennen. Waar Berlijn bewondering oogstte, werd die prachtige reis voor kennisgeving aangenomen.