
Het volk wil geen oorlog, lees ik vandaag over Oekraïne en Rusland. Als met het volk de mensen op straat wordt bedoeld, dan denk ik dat het klopt. Maar het volk heeft daar veel minder te willen dan hier in Nederland.
Bovendien spelen er andere belangen zodra een land eenmaal in oorlog is. Dan gaat de buitenwereld zich ermee bemoeien. Politieke en economische organisaties gaan dan voor hun wapenindustrie op zoek naar contracten. Ze gaan hun belangen beschermen of zien te vergroten. En dan staan industriëlen op die maar wat graag een graantje van de ellende meepikken. Het verloop van zo’n oorlog wordt daarom nooit op straat of in de loopgraaf bepaald.
Pas wanneer er met wederopbouw meer verdiend kan worden dan met de dood, is er kans op vrede. Dat klinkt cynisch, maar kijk de berichtgeving er maar op na. Het gaat altijd over geld. Zodra er ergens een olietanker wordt beschoten dan spreekt de krant over de impact daarvan op onze keuken en de verwarming.
Wat zouden we met zijn allen eigenlijk moeten betalen voor wereldvrede? En hebben we dat er dan voor over of staan dogmatische religies dan in de weg?