Op de markt en in de straten geniet ik van de opgewekte en warme Armeense cultuur. Ik zie een volk hard werken aan een mooie toekomst. Het Engels van de jongere generaties is nagenoeg perfect. Met de ouderen spreek ik Russisch. Ik herken de gezichten uit mijn jeugd, van hardwerkende vrouwen die op de markt hun streekproducten verkopen. Bij de kerken staan oudere vrouwen met bloemen. Ik zie een mix van Soviet-architectuur en moderne in lokaal natuursteen opgetrokken woontorens. De sfeer is echt heerlijk en het mooie weer dat we hebben helpt daarbij.

Anders dan de grote steden in Rusland is de miljoenstad Jerevan ongelofelijk veilig. Straatartiesten laten hun spullen staan als ze ergens gaan eten, ook als het donker is. En ook op terrassen blijven notebooks achter op tafels als de gebruiker naar toilet moet, en niemand die er naar taalt.

Armeníë is met zijn vriendelijke bevolking en markten zonder zakkenrollers een geweldig voorbeeld van dat een moderne civilisatie niet gepaard hoeft te gaan met vernielzucht en zwerfafval. De bewoners beschouwen zichzelf als de directe afstammelingen van Noach, die volgens Genesis (Torah, Bijbel/OT) met zijn ark aanmeert op de berg Ararat. Voor de oervolkeren uit deze regio is dat nog altijd een heilige berg, al ligt die door oorlog niet in Armenië. Armenen zeggen te leven naar zijn bedoeling en proberen de allerbeste versie van zichzelf te zijn, ook voor de ander. Dat voel je in elk contact en dat 24 uur per dag, want de meeste supermarkten en cafés hebben nog ooit gehoord van een sluitingstijd.
