Ksenia - algemeen USSR

Doe maar de nummer 3

In een restaurant in Brabant worstel ik me door de menu-kaart. Ik zie lijsten met voorgerechten, salades, hoofdgerechten, bijgerechten, broodgerechten, nagerechten en desserts. Extra inlegkaartjes tonen de specialiteiten van de dag. In een los boekje vind ik de dranken, met een uitgebreid wijnaanbod. Er is een theelijst en een boek met koffiespecialiteiten. Bij ieder gerecht staan symbolen die iets vertellen over ingrediënten, zodat mensen met allergieën, en vegetariërs en veganisten, hun juiste keuze kunnen maken. De overdaad geeft me keuzestress. Ik denk terug aan de USSR, waar je gewoon een bord eten bestelde en er vlees bij zat als je geluk had.

Aan de tafel naast me wordt gesproken over de wijn. Ik hoor een man overleggen met een vrouw.
Hij: “Die nummer drie ziet er wel lekker uit.”
Zij: “Rood of wit?”
Hij: “Rood. Wit is me te koud.”
Zij: “Okay.”
In het boekje kijk ik naar die nummer drie. Een Rioja uit Chili, van 2023. Ik ben geen kenner, dus het zegt me niet zoveel. Voor mij even geen wijn, want de dag is nog lang. Ik heb behoefte aan water en ik denk dat ik er een zwarte thee bij neem.
De jonge ober negeert me en loopt naar de andere tafel. Hij vraagt of ze eerst wat willen drinken, terwijl ze het menu bestuderen. Geen slecht advies, gezien de enorme papierwinkel die op tafel ligt.
“We willen beginnen met een rode wijn,” zegt de man. De ober vindt het een “uitstekend” idee en biedt de huiswijn aan. De vrouw vraagt waar die wijn vandaan komt. Dat kan de ober niet vertellen en hij stelt voor om dat even na te vragen. De man wacht daar niet op en bestelt “de heerlijke Riejowa uit 2023”. Ik schiet in de lach, want ik begrijp genoeg van het Spaans om te weten dat je het anders uitspreekt. Maar ik waardeer het zelfvertrouwen van de man en geniet graag van praktijktheater, waarin niemand weet waar ze mee bezig zijn en, hoewel ze dat van elkaar weten, toch mee gaan in dat spel. In iedereen schuilt een acteur. De ober begrijpt niet wat de man bedoelt en vraagt hem de wijn in het boekje aan te wijzen: “De nummer 3 is een geweldige keuze meneer. Ik kom hem zo brengen.” Een paar minuten later schroeft de ober de dop eraf en vraagt de man of hij wil proeven. Die twijfelt even en kiest er dan volmondig voor. Voor hem staat een groot glas met een bodempje wijn. De man kijkt ernaar, pakt het glas op en ruikt er voorzichtig aan. Gooit het dan in één keer naar binnen en nog voor het glas weer op tafel staat krijgt de wijn het predikaat “Heerlijk”. De ober lacht hartelijk en schenkt twee glazen in.
Daarna bestel ik mijn water en een zwarte thee. De ober is er niet zeker van of ze zwarte thee hebben, maar hij verzekert me dat ze in ieder geval “gewone thee” hebben. En ze hebben een theelijst, die hij, terwijl hij dat zegt, zonder te zoeken uit de stapel papieren op tafel trekt. Ik kies een Ceylon.
Naast me gaat het gesprek inmiddels over eten. De man en vrouw overleggen of ze vegetarisch zullen bestellen. Ik voel dat de vrouw daar weinig zin in heeft. Maar de man geeft niet op en wijst haar op de vegetarische entrecote.
Onbewust denk ik weer terug aan de USSR. Als je een roze bril op zet, dan kun je stellen dat die misdadige communisten zeer progressief waren. Alles werd opgegeten, ook al was het verrot. Moest ook wel, want anders had je niet te eten. En gehaktballen van wortel, en schnitzels van bloemkool, waren voor het volk talrijker dan welk stuk vlees dan ook. Voor het volk natuurlijk, want zelf aten de communistische leiders wel lam en koe. Gevalletje van “doe als ik zeg en niet wat ik doe.”
Dan ben ik aan de beurt om te bestellen. Ik kies voor de “boerensalade” met veel “tomaten en komkommer”. En uit de broodlijst neem ik het mandje “ambachtelijk platbrood met choemoes”. Hij kijkt me vragend aan, of ik het wil aanwijzen. Dat doe ik: “Ah, de humuus bedoelt u.”
Deel dit: